Milieu – Van een betere toegang tot rechtbanken tot een grotere milieu-uitdaging voor bedrijven

Credits: Gwenael Piaser

November 23, 2021 –“Klimaatverandering” komt dagelijks ter sprake in publieke opinie en in alle belangrijke nieuwsmedia. De aandacht gaat daarbij steeds meer naar de verantwoordelijkheid van ondernemingen op het gebied van klimaatverandering. De kwestie blijft echter beperkt tot de bedrijfsreputatie die slechts een vluchtig karakter heeft. Anders is het wanneer beginselen worden omgezet in toepasselijke wetgeving die aan de economische spelers kan worden opgelegd. We geven u in dit artikel een overrzicht over de evolutie in dat kader.

Staten en internationale instellingen nemen in toenemende mate hun verantwoordelijkheid bij de aanpak van de klimaatverandering. Gevolg is dat er een betere toegang tot justitie is voor milieuactivisten in zaken die te maken hebben met klimaatverandering.

Tot nu toe bleven bedrijven relatief gevrijwaard van juridische uitdagingen omdat burgers en NGO’s vaak niet in staat zijn om naar de rechter te stappen om hun zaak te verdedigen. Dit betekent dat zij niet aan de voorwaarden voldoen om een rechtszaak bij de rechtbank aan te spannen. Drie redenen zijn daar de oorzaak van:

  • – Er is geen toegang tot de nationale rechtbanken voor derden die niet rechtstreeks door een overtreding worden getroffen – dit is het geval in vele Europese landen -,
  • – de procedurevoorschriften schrikken mensen af om een proces te beginnen,
  • – in sommige soorten zaken bestaat er eenvoudigweg geen bescherming voor een bijzondere rechtbank.

In Europa was het tot nu toe moeilijk om besluiten van de EU-instanties die gevolgen hebben voor het milieu, aan te vechten. Gevolg is dat bedrijven ervan uitgaan dat, eenmaal een besluit genomen is, er weinig kans bestaat dat het door een publieke actie zal worden gewijzigd. De EU beschikt namelijk over een rechtbank voor de toetsing van de besluiten van de EU-organen, namelijk het Europees Hof van Justitie (“EHJ”). Maar de toegang daartoe is voor burgers zeer moeilijk. Meestal hebben de beslissingen ivan het EHJ geen persoonlijke gevolgen voor de burgers, aangezien zij van toepassing zijn op bedrijven en niet op individuen. Dat betekent dat burgers niet in staat zijn om zulk besluit aan te vechten. Dit verklaart waarom bijvoorbeeld de EU-commissie om het gebruik van glyfosaat toe te staan niet juridisch werd aangevochten, ook al leidde dit tot veel discussie, of waarom de EU toestond dat autofabrikanten de wettelijke limieten voor de uitstoot van verontreinigende stoffen overschreden of instemde met de vaststelling van niet-duurzame quota voor visvangst zonder dat dit ook werd aangevochten.

EU verbetert de toegang tot justitie in milieuzaken

In oktober 2021 heeft het EU-parlement echter de toegang tot de EU-rechtbanken officieel opengesteld voor milieu-zaken. De EU is sinds 2005 partij bij het Verdrag van Aarhus, dat tot doel heeft de toegang tot de rechter in milieuaangelegenheden te bevorderen. Aangezien de toegang tot het EHJ echter beperkt was tot verweerders die persoonlijk werden geraakt door een EU-besluit, of tot met naam genoemde bedrijven, werd het Verdrag van Aarhus niet helemaal gerespecteerd. De toegang werd ook beperkt door het feit dat alleen nationale rechters vragen konden stellen aan het EHJ tijdens procedures voor hun eigen rechtbanken, wat betekent dat de toegang tot het EHJ afhankelijk was van de efficiëntie en snelheid van elk nationaal systeem – en die verschillen sterk van land tot land. Dit besluit van het EU-Parlement stelt NGO’s en individuen in staat om veel meer EU-besluiten aan te vechten die in strijd zijn met de milieuwetgeving dan voorheen mogelijk was op grond van de EU-wetgeving. Bovendien zal de mogelijkheid om deze besluiten aan te vechten een exponentiële verandering met zich meebrengen. De besluiten die zullen worden herzien zijn verordeningen die van toepassing zijn op de hele Europese markt, en niet alleen op specifieke inbreuken door welbepaalde bedrijven. Het hefboomeffect van deze rechtszaken is dus potentieel veel sterker dan een rechtszaak tegen een onderneming voor een nationale rechter.

Vanaf oktober 2021 kan worden verwacht dat EU-besluiten op ruimere schaal op het hele grondgebied van de Unie zullen worden aangevochten. Het is evenwel zo dat de EU-wetgevers EU-besluiten in verband met staatssteun hebben uitgesloten van de toepassing van de verordening van Aarhus. Deze besluiten betreffende staatssteun kunnen nog steeds niet worden aangevochten op grond van milieuoverwegingen. De Commissie heeft gepland om tegen 2022 een studie uit te voeren en tegen 2023 voorstellen in te dienen met betrekking tot de mogelijkheid om besluiten betreffende staatssteun aan te vechten. De bedrijven zullen dus wat dat betreft alert moeten blijven.

UN herkent recht van de mens op een gezond milieu

Een tweede nagel aan de doodskist is de recente erkenning op 8. oktober 2021 door de VN-Raad voor de Mensenrechten (“UN HRC”) van het recht van de mens op een gezond milieu. Dit is een historisch keerpunt dat vooruitloopt op de VN-conferentie over klimaatverandering (COP 26), die in Glasgow (VK) plaatsvond, en de VN-conferentie over biodiversiteit (COP 15) die eerder in oktober in Kunming (China) plaatsvond. Officieel erkennen dat leven in een gezond milieu een voorwaarde is voor alle andere mensenrechten zal ook de weg vrijmaken om mistoestanden op milieugebied aan te vechten ten overstaan van de VN-organen, met name voor de Raad voor de Mensenrechten. Dit zal ongetwijfeld een ongekend effect hebben op bedrijven die in de wereldwijde economie actief zijn.

Zoals men kan zien, sijpelt de verontwaardiging van het publiek langzaam door in afdwingbare wetgeving die de komende jaren van invloed zal zijn op ondernemingen. Het is nu van cruciaal belang om op het goede spoor te blijven en te anticiperen op de naleving van milieunormen en deze te overtreffen.

___________

Referenties & meer:

Political agreement on the Aarhus Regulation: Commission welcomes increased public scrutiny of EU acts related to the environment https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_21_3610

UN recognition of human right to healthy environment gives hope for planet’s future – human rights expert https://www.ohchr.org/EN/NewsEvents/Pages/DisplayNews.aspx?NewsID=27633&LangID=E

Access to a healthy environment, declared a human right by UN rights council https://news.un.org/en/story/2021/10/1102582

De toegang tot de rechter verlenen aan derden is slechts één van de manieren waardoor belanghebbenden het optreden van ondernemingen kunnen beïnvloeden. De betrokkenheid van aandeelhoudersbelangen bij ondernemingsaangelegenheden is zeer geleidelijk tot stand gekomen, van geval tot geval. De twee belangrijkste manieren om bij ondernemingsstrategieën betrokken te raken, bestonden erin te proberen invloed hebben op aandeelhoudersvergaderingen, of om een rechtszaak tegen een specifieke onderneming aan te spannen, voor een nationale rechter. De praktijk waarbij aandeelhoudersbelangen vertegenwoordigd worden op aandeelhoudersvergaderingen, heeft de laatste jaren aan terrein gewonnen. Daardoor namen steeds meer “bezorgde beleggers” posities binnen bedrijven in door aandelen te kopen, om vervolgens te proberen de bedrijfsbeslissingen tijdens stemmingen in goede banen te leiden. Een van die investeerders is het Children’s Investment Fund, dat wordt geleid door Christopher Hohn. De tweede klassieke manier om in te grijpen in de activiteiten van een onderneming bestaat erin een rechtszaak aan te spannen tegen de onderneming in kwestie, voor de rechtbanken van het betrokken land. Dit is een omslachtig proces, waar veel haken en ogen aan zitten, zoals de procesbevoegdheid van de eiser (zie hieronder), de bepaling van de bevoegde rechter, van het toepasselijke recht, enz. Het impliceert ook dat veranderingen slechts van marginaal belang zijn, waarbij elk specifiek geval beperkt blijft tot de feiten, de context en de actoren in kwestie.

Photo Credit : Gwenael Piaser

icon-arrow